De betekenis van Kerstmis volgens "Een cursus in wonderen"


Jezus is niet in deze wereld geboren vanwege onze zondigheid; zodat wij hem zouden kunnen ‘eren’ als een ‘speciaal goddelijk wezen’. Hij is integendeel net zoals wij. Hij nam gewoon het besluit dat wij allemaal moeten nemen. Dat maakte zijn leven ‘heilig'.Hij besloot om ‘een licht’ in onze denkgeest te zijn, dat ons uitnodigt dezelfde beslissing te nemen. Door dit besluit was zijn ‘leven’ (niet zijn geboorte in een lichaam) de geboortevan ‘heiligheid' in deze wereld.

Hoe kunnen we zijn geboorte dan op de beste manier vieren? De kerstperiode op zich is niet per se heilig, dat is slechts een illusie: "Tijd noch jaargetijde betekenen iets in de eeuwigheid” (T5.X.1:3). Maar we kunnen die wel heilig maken. “[…] 'omdat het in je vermogen ligt te zorgen dat de tijd van Christus nú is" (T15.X.4:1). Dit doen we door de oorspronkelijke kerstgebeurtenis in ons te laten herleven. Wij kiezen ervoor om net als Jezus hetzelfde besluit te nemen. Wij staan toe dat Christus in ons geboren wordt. Want de wereld is nog steeds in de duisternis net als toen, en zij heeft de geboorte van heiligheid nu even hard nodig als toen.


- In plaats van ‘het kindje Jezus’ als een uniek goddelijk kind buiten ons te zien, moeten we de Christus zien als geboren in ons teneinde ons te

  doen ontwaken tot onze eigen goddelijkheid.
- In plaats van zijn geboorte te zien als een gebeurtenis van lang geleden, moeten we ons realiseren dat de geboorte van Christus nu gebeurt,

  zonder verleden of toekomst.
- In plaats van de kerstster, die de geboorte van Jezus aankondigt, aan de hemel te zien schijnen, moeten wij haar binnen in ons zien schitteren,

  want ze is het teken van de naderende geboorte van de Christus.
- In plaats van hem te verwelkomen in een ‘nederige kribbe' van lang geleden, zouden we de Christus moeten verwelkomen in Zijn ware thuis —

  de tempel van heiligheid diep in onze denkgeest.
- In plaats van hedendaagse wijzen te spelen en het Christuskind gulle gaven van liefde en lof aan te bieden, zouden wijde Christus ons giftig ego,

  onze illusies, wrok en kleinzieligheid moeten geven, zodat onze denkgeest vrij is van blokkades die Zijn geboorte in ons in de weg staan.
- In plaats van te eisen dat onze broeders ons royale geschenken geven om hun liefde te bewijzen, moeten wij hen bevrijden van alle eisen en hun

  de vrijheid van ware liefde aanbieden.


Dit laatste wordt samengevat in de oefening aan het eind van de kerstbesprekingen in de Cursus, waarin we iemand bevrijden die we hadden geketend aan de eisen van ons ego. Dit zou een kerstgebed kunnen zijn:


           “Ik geef jou aan de Heilige Geest als deel van mijzelf.
            Ik weet dat jij zult worden bevrijd, tenzij ik jou gebruiken wil om mezelf gevangen te zetten.
            In naam van mijn vrijheid kies ik jouw bevrijding, omdat ik inzie dat we tezamen zullen worden bevrijd”

            (T15.XI.10:5-7).


We moeten nu een heilige plaats voorbereiden voor de geboorte van Christus in ons. Hij is voor de deze wereld, met haar vijandigheid en oorlogsgeweld, een vreemdeling en een onbekende op het strijdtoneel van onze egogedachten. De plaats die wij in ons moeten voorbereiden, moet een voedende bodem bieden om Zijn heiligheid, van waar Hij afkomstig is, te weerspiegelen.


- We bereiden haar voor door onze haat op te geven en onze broeders te bevrijden van al onze eisen.
- We bereiden Zijn komst voor, door in onze denkgeest een ruimte vrij te maken die helemaal leeg, stil, ontvankelijk en verwachtingsvol is.
- We bereiden haar voor door volledig het huidige ogenblik binnen te gaan, waar Christus voor altijd geboren wordt.
- We bereiden haar voor door het heilig ogenblik binnen te gaan in de beslotenheid van onze eigen denkgeest, of door meteen broeder samen te

  komen door wederzijdse vergeving.


Hoe dan ook, dit is hoe we deze periode heilig maken en hoe we herhalen wat er gebeurde met de oorspronkelijke ‘Kerstmis’.


Wij bereiden geen plaats voor Hem voor door pijnlijke offers te brengen om onszelf waardig te maken. In plaats daarvan moeten we ons realiseren dat we het al waardig zijn: “Leer dat jij de Vredevorst, geboren in jou ter ere van Hem wiens gastheer jij bent, beslist waardig bent. Jij weet niet wat liefde betekent, want jij hebt geprobeerd haar met kleine geschenken te kopen, en er daardoor te weinig waarde aan verleend om haar grootheid te begrijpen. Liefde is niet klein en liefde verblijft in jou, want jij bent Zijn gastheer.In het aangezicht van de grootheid die in jou leeft, lossen je povere zelfwaardering en alle kleine giften die je geeft op in het niets” (T15.III.8:4-7).


Als we ‘dit heilige huis’ voorbereiden zal de geboorte plaatsvinden, want deze geboorte is, zoals de Cursus zegt: “[…] jouw ontwaken tot ware grootheid” (T15.III.9:5), waarin het Zelf dat je werkelijk bent in jou geboren wordt. Deze geboorte zal het begin zijn van een nieuwe toekomst. Uit deze kerstperiode zal dan een nieuw soort jaar geboren worden. Uit dit heilige ogenblik zal een nieuwe wereld geboren worden.


Hoewel de Nieuwgeborene in ons klein en kwetsbaar zal zijn, zal Hij alle macht in zich dragen, alle wonderen die wij op een dag zullen verrichten. Terwijl Hij wordt klaargestoomd voor Zijn machtige taak, zullen de engelen Hem verzorgen en voeden. Zij zullen hun vleugels over Hem uitspreiden en Hem beschermen. Hij zal letterlijk omgeven zijn door goddelijke bescherming: “Je pasgeboren bedoeling wordt door engelen met zorg omringd, door de Heilige Geest gekoesterd, en door God Zelf beschermd. Ze heeft jouw bescherming niet nodig, zij is jouw bescherming. Want ze kent geen dood, en in haar ligt het eind van de dood besloten” (T19.IV.C.9:4-6).


Hij zal ook de bescherming nodig hebben van onze omkering van egodenken naar heilig denken. Zelfs in Zijn kleine hoedanigheid zal Zijn heiligheid ons beschermen. Hij zal onze leraar zijn, ons Zijn taal onderwijzen, die onze ware moedertaal is en ons ogen geven om met een nieuwe visie te zien. Wij moeten Hem volgen, want Hij is onze verlosser. Het is onze taak om van Zijn huis onze thuis te maken, om ons volledig te identificeren met de heilige plaats in ons, waar Hij woont.


Terwijl Hij langzaam opgroeit, zal Hij uiteindelijk klaar zijn om de wereld in te gaan en Zijn functie te vervullen. Hij zal dan door ons heen werken en wonderen verrichten door onze handen. Hij zal ons niet naar het kruis leiden, maar naar de opstanding en het leven. En als Hij dat doet, zal Hij de machtige taak volbrengen die Hem is gegeven, en de wereld redden. Een nieuwe wereld zal aanbreken, die in alle opzichten verschilt van de oude wereld. Uiteindelijk zal Hij het einde van de droomwereld bewerkstelligen, niet met vuur en vernietiging, maar in lichtheid en gelach.



Reine Van Dyck.