Mijn oorlog tegen mijn ware 'Zelf'
Tekstboek Hoofdstuk 23, paragraaf I heeft als titel: “De oorlog tegen jezelf” (T23.I) Daarin zegt Jezus dat we steeds oorlog voeren tegen onszelf en dat lijk ik inderdaad in mijn persoonlijk leven ook zo te ervaren. We vallen constant onszelf aan, al lijkt het er meestal op dat we anderen aanvallen. We bekijken de aanvaller vanuit ons ego, in plaats van met de zachte en duidelijke boodschap die Jezus' troostende en bemoedigende woorden bevatten.
Het is de leugen van het ego-denksysteem die hier wordt blootgelegd en dat vinden we terug in de gedachte dat we succesvol de Hemel kunnen aanvallen, er uit kunnen weglopen en er dan ook nog eens vandoor kunnen gaan met de buit van de schepping én God ten onder laten gaan.
Dit krankzinnig idee is de bron van onze ‘zonde’ die door het ego wordt gezien als almachtig en een oorlog heeft ontketend waarin God de vijand is die vastbesloten is om Zijn Zoon te vernietigen. “Een boze vader achtervolgt zijn schuldige zoon. Doden of gedood worden, dat is hier immers de enige keus” (H17.7:10-11). In feite berust heel onze individuele ego-wereld op de veronderstelling die de zwakheid verbergt van een ‘zondig zelf’, want dit is geen partij voor Gods ontzagwekkende en vernietigende kracht.
Wanneer we echter voor nederigheid kiezen boven de arrogantie van het ego, verwijderen we ons idee van ‘zonde’, zodat alleen de waarheid van onze ‘grootheid in Christus’ overblijft: “Wees nederig ten overstaan van Hem, en toch groot in Hem” (T15.IV.3:1), die totaal onaangetast blijft door het ego-denksysteem.
We vrezen deze aanvallen omdat we geloven dat de projecties van onze zonde als een boemerang naar ons terug zullen komen en ons verdriet, frustratie en pijn zullen bezorgen. Wij verdedigen ons ook altijd tegen deze aanvallen, waardoor een vicieuze cirkel van aanval en verdediging ontstaat waarin innerlijke rust onmogelijk is.
Als we daarentegen kiezen om te stoppen met oorlog voeren tegen onszelf en bewust worden dat we in feite vechten tegen een illusie, dan verzoenen we ons samen met de Heilige Geest en erkennen we de onberispelijke ‘zondeloosheid’ van Gods Zoon, die nooit kan worden aangevallen.
De weerspiegeling van Gods Liefde vult onze denkgeest wanneer we zonder oordeel kijken en alleen zondeloosheid zien, daar waar het ego eerder schuld ziet in de ander en niet in onszelf. Is er nog angst als de zonde verdwenen is? Neen…zonder conflict is alleen vrede onze metgezel wanneer we de reis samen met Jezus ondernemen.
Wanneer we de onschuld delen zijn we veilig omdat we niet in oorlog zijn. Maar de onschuld waar het ego ons in laat geloven, en die wij in de illusie verlangen, wordt niet gekoesterd. De ‘ware onschuld’ is daarentegen voor iedereen dezelfde omdat dit het Verzoeningsprincipe weerspiegelt. Onze éénheid als ‘Christus in God’ is nooit aangevallen of in gevaar gebracht. Wanneer wij dit als enige waarheid erkennen, wordt onze denkgeest op vreugdevolle wijze genezen van dit geloof in zonde en angst. We kijken dan naar de wereld buiten ons en nemen alleen liefde of een roep om liefde waar en dat is de visie van onschuld. We worden niet meegesleept door het ego-verhaal van afscheiding en de behoefte om onszelf te beschermen door onze onschuld terug te eisen ten koste van een ander.
Het onschuldige Zelf heeft nooit zijn Bron verlaten. Je duwt jezelf in kleinheid die een verdediging is tegenover de waarheid die jij bent als de perfecte Zoon van God. We kunnen alleen maar kiezen tussen de kleinheid van het ego of de grootsheid van Christus. Alle andere beslissingen worden hierin gevonden: Hemel of hel; onschuld of schuld; verlossing of slavernij.
Aangezien de roep van de Heilige Geest in ons voortdurend wordt herhaald en tijd niet lineair maar holistisch is, herbeleven we steeds opnieuw het ogenblik waarop we probeerden Zijn Stem tot zwijgen te brengen en slechts het ego te horen dat dacht dat het tijdelijk universum onze thuis was. Maar de roep om Verzoening die de Heilige Geest in het begin bij de schijnbare afscheiding tot ons sprak, weerklinkt nog steeds door de tijd heen in onze denkgeest en wordt herhaald door Jezus' woorden die ons oproepen om telkens opnieuw te kiezen.
Jezus vraagt ons om met hem “boven het slagveld” van het ego uit te stijgen, naar beneden te kijken en te lachen in plaats van het door onze angst werkelijk te maken. We laten ons niet meer misleiden door de kleinheid van het ego-denksysteem, dat gekenmerkt wordt door zijn aanbod van zonde, opoffering en dood, geprojecteerd in een wereld van tijd en ruimte. Deze waanzin willen we niet langer want we weerstaan met plezier de verleiding van het ego dat ons wil wegtrekken van de glorie en de grootsheid van het Zelf.
Op dit ogenblik ziet deze oorlog er voor mij uit als volgt. Wanneer ik, in mijn gedachten oordeel of een oordeel uitspreek over anderen, dan is dat altijd een oordeel over mezelf. Ik projecteer het naar buiten en ik krijg het terug. Gedachten creëren situaties buiten mij. Dat is het proces waarvoor ik de illusie gekozen heb. Ik wilde de angst voor God en het gevoel van afscheiding, angst, zonde en schuld niet ervaren, dus projecteer ik het buiten mij in de hoop het nooit meer tegen te komen. Om die reden alleen al ben ik in oorlog met mezelf.
Ik creëerde dus zelf het conflict dat mij nu de das omdoet. Het lijkt als een boemerang die terugkeert! Wanneer mijn oordelen meer en meer zichtbaar naar buiten komen is het duidelijk dat ik er meer aandacht aan moet besteden om oordelen los te laten. Het heeft uiteindelijk geen enkele zin om te oordelen, ik bereik daar niets positiefs mee, het zorgt alleen maar voor meer conflicten en aanvallen. Zelfs wanneer ik het oordeel alleen maar in mijn gedachten heb, dan nog komt het via mijn projecties terug.
Ik stel me dan de vraag: wat win ik erbij als ik oordeel over iets of iemand? Niets, heb ik begrepen, alleen maar ellende die aandacht vraagt om los te laten. Het lijkt wel of elke aanval mijn hart dieper en dieper raakt. Het heeft ook helemaal geen zin meer om een tegenaanval te produceren, daaruit komt alleen nog meer aanval voort en op deze manier wordt het conflict alsmaar heviger. Ik verlies er zoveel energie door dat het mij zelfs uitgeput. Ik vecht tegen iets dat niet bestaat! Hoe krankzinnig is dat? Wanneer ik toch in deze ego-val trap — wat nog regelmatig gebeurt — dan ben ik nadien zo kwaad op mezelf dat het me weer eens overkomen is. Is dit ook herkenbaar voor jou? Wanneer gaat dit eindigen, vraag ik me dan af en hoelang wil ik daar nog mee doorgaan?
Mijn vraag werd gehoord door de Heilige Geest en direct kreeg ik Zijn antwoord: 'Wanneer je werkelijk aanvaard dat je Gods schepping bent en niets anders dan dat; wanneer je bereid bent te aanvaarden dat je liefde bent en je daar niet buiten jezelf moet naar zoeken, dan staat de poort van de hemel voor je open! Leef alsof je elk moment weer opnieuw geboren wordt in een onbekende wereld. Leef als een pasgeboren baby die uit de baarmoeder in wereld wordt geworpen. Kijk dan hoe mooi deze wereld is zonder dat je er ook maar een oordeel over hebt. Elk moment in ons leven is verrassend nieuw. Kijk naar jouw wereld zoals hij NU is, elk moment opnieuw en geniet ervan. Wees verwonderd over jouw wereld en voel hoe je hart sneller gaat slaan bij de aanblik van haar schoonheid. Tijdens ons leven kunnen we kiezen om ervan te genieten of het te veroordelen en er constant mee in oorlog te zijn'. Wat kies je, vraagt de Heilige Geest?
Ik hoef niets anders te doen dan telkens opnieuw de juiste keuze te maken. Ik zeg heel dikwijls 'alles is wat het is'! Ik neem alleen maar waar wat er is op dit moment — een betekenisloze wereld — die mij tijdelijk de mogelijkheid biedt om te oefenen in het loslaten van mijn oordelen. Ik vergeef mijn kritiek en al mijn oordelen over mezelf en anderen. Ik kies opnieuw om niets anders dan liefde te delen. Je zou ook kunnen lezen wat Jezus hierover zegt in T9.III: “het corrigeren van vergissingen”.
Wanneer ik al mijn gedachten die niet gericht zijn op Gods liefde loslaat, is alles perfect in orde. Ik weet dat het zo is, alleen heb ik net als al mijn projecties in de wereld, geduld nodig om het tot mezelf te laten doordringen en toe te laten om het te ervaren. Tijd geeft ons de mogelijkheid om te oefenen zolang het nodig is. En omdat het niet werkelijk bestaat kan ik daar dus ongelimiteerd gebruik van maken. Ik heb geen haast. Deze ervaring wou ik met jullie delen. Misschien heb je er wat aan, misschien ook niet, maar dat is een overbodige vraag die geen antwoord behoeft. Alle ervaringen zijn wat ze zijn, want God is… en niets anders is!
Reine Van Dyck
Copyright © Alle rechten voorbehouden